Wetenschappelijke bewijsvoering
De aanbevelingen uit deze richtlijn zijn voor zover mogelijk
gebaseerd op bewijs uit gepubliceerd wetenschappelijk onderzoek. Relevante artikelen
werden gezocht door het verrichten van systematische zoekacties in de Cochrane database,
Medline en Embase.
Ook
werden andere richtlijnen aangaande de behandeling van het mammacarcinoom geraadpleegd.
Na selectie door de werkgroepleden bleven de artikelen over die als onderbouwing
bij de verschillende conclusies in de richtlijn staan vermeld. De geselecteerde
artikelen zijn vervolgens door de werkgroepleden beoordeeld op kwaliteit van het
onderzoek en gegradeerd naar mate van bewijs. Hierbij is onderstaande indeling gebruikt.
Tabel
1. Indeling van de literatuur naar de mate van bewijskracht
Voor
artikelen betreffende interventie
A1 Systematische
reviews die tenminste enkele onderzoeken van A2-niveau betreffen,
waarbij
de resultaten van de afzonderlijke onderzoeken consistent zijn
A2 Gerandomiseerd
vergelijkend klinisch onderzoek van goede kwaliteit van voldoende
omvang
en consistentie
B Gerandomiseerde
klinische trials van matige kwaliteit
of onvoldoende omvang of
ander
vergelijkend onderzoek (niet-gerandomiseerd, vergelijkend cohort-onderzoek,
patiënt-controle-onderzoek)
C Niet-vergelijkend
onderzoek
D Mening
van deskundigen, bijvoorbeeld de werkgroepleden
Na de beoordeling van
de literatuur is op basis hiervan de conclusie geformuleerd. Deze conclusie heeft
een
bepaald
niveau, afhankelijk van de mate van bewijs van de beschikbare literatuur over het
deelonderwerp (tabel 2).
Tabel
2. Niveau van de conclusie op basis van de literatuuranalyse
1 Gebaseerd
op 1 systematische review (A1) of tenminste 2 onafhankelijk van elkaar
uitgevoerde
onderzoeken van niveau A2
2 Gebaseerd
op tenminste 2 onafhankelijk van elkaar
uitgevoerde onderzoeken van
niveau
B
3 Gebaseerd
op 1 onderzoek van niveau A2 of B, of op onderzoek van niveau C
4 Mening
van deskundigen, bijvoorbeeld de werkgroepleden
Deze indeling is vooral
geschikt voor het beoordelen van de waarde
van therapeutische interventies. De waarde
van diagnostische en prognostische
factoren kunnen niet door gerandomiseerd onderzoek worden beoordeeld. Derhalve kan
voor deze vaak zeer uitgebreid onderzochte factoren, hooguit een niveau 3 worden
aangegeven. Naast de wetenschappelijke onderbouwing zijn er voor het formuleren van een advies vaak andere aspecten
van belang, bijvoorbeeld patiëntenvoorkeuren, kosten, beschikbaarheid of organisatorische
aspecten. De conclusie, gebaseerd op de wetenschappelijke onderbouwing en de overige
overwegingen, vormen samen de basis voor het advies. Door het richtlijnontwikkelproces
op deze manier vorm te geven wordt de
transparantie van de richtlijn verhoogd.